Brieven


Een deel van de omvangrijke briefwisseling die Brunner voerde met tijdgenoten is verloren gegaan als gevolg van de Jodenvervolging gedurende het Nazi-regime. Brunner en veel van zijn correspondenten ware van Joodse afkomst en werden of gedood in de vernietigingskampen of wisten slechts met grote moeite en verlies van hun bezittingen te overleven.

 

Veel van de brieven zijn alleen bewaard gebleven omdat zij gedurende de oorlogsjaren van de Tweede Wereldoorlog begraven lagen achter het graf van Brunner en zodoende de Nazi’s en de bombardementen van Den Haag overleefden.

 

Na de Tweede Wereldoorlog vormde de opgegraven brieven onderdeel van het Brunner Archief in Den Haag, dat werd beheerd door eerst Magdalena Kasch, de verzorgster en assistente van Brunner, en vervolgens door het Internationaal Constantin Brunner Instituut (ICBI). Deze correspondentie werd door het ICBI in de zeventiger jaren van de vorig eeuw overgedragen aan het Leo Baeck Instituut in New York.

 

Andere delen van Brunner’s correspondentie bevinden zich in het Zwitsers Literatuurarchief in Bern, de Nationale Bibliotheek van Israël in Jerusalem, de archieven van de Columbia Universiteit in New York, het Internationale Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam, de Berlijnse Staatsbibliotheek, de Duitse Bondsarchieven in Koblenz en de archieven van de Academie der Kunsten in Berlijn.

 

In 2008 zijn de twee omvangrijkste verzamelingen van Brunner’s brieven, die van het Leo Baeck Instituut New York en van de archieven van het ICBI, samengevoegd in Berlijn. Zij bevinden zich nu bij het Leo Baeck Instituut, onder het dak van het Joods Museum in Berlijn en zijn daar gecatalogiseerd, gemicrofilmd en gedigitaliseerd. Al deze documenten zijn nu toegankelijk online: de online catalogus vindt u hier.

 

Een selectie van de brieven is in 2012 uitgegeven door Uitgeverij Wallstein in Göttingen. Voor verdere informatie en bestelgegevens zie hier.